Fundatiehuizen
Oude Delft 49
De regenten van het Weeshuis laten uit het legaat van Maria Duyst van Voorhout een speciaal pand bouwen voor de Fundatie, nu Oude Delft 49. Het staat niet voor niets vlak bij het voormalige Weeshuis, nu Oude Delft 57, tegenwoordig de sociëteit van Sanctus Virgilius. Het Fundatiehuis wordt ontworpen door de Delftse steenhouwer en stucwerker Joseph Bollina en in gebruik genomen op 11 december 1759. In het gedicht boven de deur staat het doel van de stichting omschreven.
HIER LEEFT MARIA DUYST ONSTERFLYK DOOR HAAR STERVEN
DEEZ STICHTING WAS HAAR WIL, ZY HEEFT EEN SCHAT DOEN ERVEN.
WAER UIT DE NYVRE WEES, OM VLUG VERSTAND GEËERD,
HIER AFGEZONDERD LEEFT, EN VRYË KUNSTEN LEERT.
DUS DOET ZIJ LANGS HET SPOOR DER WISKUNST DE ARMOE STREVEN
NAER’T MERG DER WETENSCHAP OM TOT ’S LANDS NUT TE LEVEN
Maria wil getalenteerde weesjongens uit het Weeshuis in de gelegenheid stellen een degelijke opleiding te volgen. Het belangrijkste vak is wiskunde. Veel jongens worden ingenieur, architect, landmeter, scheepsbouwer, instrumentmaker etcetera. De opleiding dient niet alleen het persoonlijk welzijn van de wees, maar ook het welvaren van het vaderland.
Oude Delft 95, 51 en weer 49
Als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1795 ten onder gaat, raakt de Fundatie in grote problemen. Onder het nieuwe bewind worden alle regenten als vertegenwoordigers van de ‘oude orde’ afgezet en vervangen. Het kapitaal van de Fundatie wordt afgeroomd door een gedwongen staatslening.
Binnen enkele jaren meent de Fundatie de klap te boven te zijn. Zozeer zelfs, dat het bestuur omziet naar ruimere huisvesting, liefst met een royale tuin zodat de leerlingen zich buiten kunnen vermaken. In 1803 wordt het pand Oude Delft 95 gekocht, tegenwoordig eigendom van UNESCO-IHE.
Hiermee overschat de Fundatie echter haar financiële mogelijkheden. De rente op de staatsleningen wordt drastisch verlaagd, zodat acute problemen ontstaan. In 1812 wordt besloten tot verkoop van Oude Delft 95 en de Fundatie huurt Oude Delft 51 van het Weeshuis. Dit pand is echter te klein. Als zich in 1843 de mogelijkheid voordoet om het oude Fundatiehuis Oude Delft 49 terug te kopen, grijpt het bestuur onmiddellijk zijn kans.
Koningsplein, Oude Delft 137/139, Bieslandsekade
Begin twintigste eeuw zijn zowel het Weeshuis als het Fundatiehuis te groot voor het dalende aantal wezen. Zo heeft de Fundatie in 1910 nog maar drie leerlingen, van wie er bovendien twee buitenshuis wonen. In 1911 neemt de gemeente het Weeshuis over en het Fundatiehuis wordt verkocht aan prof. dr. ir. Henri ter Meulen.
Het Weeshuis en de Fundatie betrekken in 1911 een nieuw, gezamenlijk onderkomen aan het Koningsplein. Maar ook dit is al snel te ruim. Er komen steeds minder wezen en in 1919 wordt de laatste fundatieleerling aangenomen. In 1926 verkopen de regenten het pand aan de gemeente Delft. Tegenwoordig is het in gebruik bij de Delftsche Schoolvereeniging.
Opnieuw verhuizen het Weeshuis en de Fundatie, nu naar Oude Delft 137/139. Hier verblijven slechts enkele wezen intern: de meesten woonden in pleeggezinnen of op kamers. Het Weeshuis wordt in 1951 omgevormd tot ‘Tehuis van werkende jongens’. Het moet voortaan niet alleen onderdak bieden aan wezen, maar ook aan andere jongens die niet thuis wonen. In 1970 wordt daarvoor een nieuw pand in gebruik genomen aan de Bieslandsekade, het Van Renswoudehuis. Hier krijgt ook de Fundatie een regentenkamer.
Terug naar de Oude Delft
Het Van Renswoudehuis blijkt geen succes. Er is weinig belangstelling voor de beschikbare kamers, er ontstaan tekorten en de leiding functioneert slecht. Al in 1975 wordt het tehuis opgeheven. Daarmee raake de Fundatie na ruim twee eeuwen een eigen vergaderplek kwijt. Het meubilair, een schilderij en de naamlijsten van de regenten worden ondergebracht in de burgemeesterskamer in het stadhuis. Het servies en andere kostbaarheden vinden een plek in Museum Paul Tetar van Elven.
Intussen is het Fundatiehuis in 1936 gekocht door de Vereniging Hendrick de Keyser, die zich inzet voor het behoud en gebruik van belangrijke historische panden. Het wordt verhuurd als kantoorruimte, onder meer voor de dienst Openbare Werken van de gemeente Delft. Sinds enkele jaren maakt het bestuur van de Fundatie van Renswoude weer gebruik van de benedenverdieping voor vergaderingen en bijzondere bijeenkomsten. Het meubilair, de schilderijen en de naamlijsten zijn terug op de plaats waarvoor zij zijn gemaakt.